Klaus Mäkelä leidt Ravel, Bartók en Connesson

Fluitiste Emily Beynon en hoboïst Ivan Podyomov soleren

Klaus Mäkela for KCO Photo: Marco Borggreve foto: www.marcoborggreve.com allrights reserved
Het Concertgebouworkest, dirigent Klaus Mäkelä en twee solisten uit het orkest nemen u mee naar verre werelden. Sprookjes van Ravel en Bartók en twee werken van de eigentijdse klankmagiër Guillaume Connesson: viermaal muziek om naar te kijken.
Ravel kon exotische oorden en sprookjessferen haarscherp neerzetten.

Concertprogramma

  • Maurice Ravel

    Shéhérazade, ouverture de féerie

  • Guillaume Connesson

    Les belles heures (hoboconcert, opdrachtcompositie, Nederlandse première)  

  • -- pauze --

  • Guillaume Connesson

    nieuw werk (fluitconcert, opdrachtcompositie, wereldpremière)

  • Béla Bartók

    Muziek uit 'De wonderbaarlijke mandarijn', op. 19

Uitvoerenden

Over dit concert

Klaus Mäkelä nodigt je uit om je oren als ogen te gebruiken. Maurice Ravel, een meester in ‘visueel’ componeren, kon exotische oorden en sprookjessferen haarscherp neerzetten. In het weinig gespeelde orkestminiatuur Shéhérazade is dat de wereld van Duizend-en-één-nacht. Ravels landgenoot Guillaume Connesson is een eigentijdse klankmagiër. Zijn stukken klinken bijna filmisch, mede door de extreem verfijnde, aan Ravel verwante orkestratiekunst. Naast zijn recente hoboconcert Les belles heures, met Ivan Podyomov als solist, klinkt een gloednieuw fluitconcert dat hij speciaal componeerde voor het Concertgebouworkest en solofluitiste Emily Beynon. Een prachtkans om zelf te ontdekken waarom zijn opwindende muziek bij zo´n breed publiek aanslaat.  

Tegenover dit Franse raffinement staat Hongaarse horror van Béla Bartók. Met De wonderbaarlijke Mandarijn maakte de componist de primitieve kant van de moderne beschaving hoorbaar. Het wrede sprookje klinkt nog altijd even opwindend en alarmerend als honderd jaar geleden.

Data en kaarten

Over dit concert

Klaus Mäkelä nodigt je uit om je oren als ogen te gebruiken. Maurice Ravel, een meester in ‘visueel’ componeren, kon exotische oorden en sprookjessferen haarscherp neerzetten. In het weinig gespeelde orkestminiatuur Shéhérazade is dat de wereld van Duizend-en-één-nacht. Ravels landgenoot Guillaume Connesson is een eigentijdse klankmagiër. Zijn stukken klinken bijna filmisch, mede door de extreem verfijnde, aan Ravel verwante orkestratiekunst. Naast zijn recente hoboconcert Les belles heures, met Ivan Podyomov als solist, klinkt een gloednieuw fluitconcert dat hij speciaal componeerde voor het Concertgebouworkest en solofluitiste Emily Beynon. Een prachtkans om zelf te ontdekken waarom zijn opwindende muziek bij zo´n breed publiek aanslaat.  

Tegenover dit Franse raffinement staat Hongaarse horror van Béla Bartók. Met De wonderbaarlijke Mandarijn maakte de componist de primitieve kant van de moderne beschaving hoorbaar. Het wrede sprookje klinkt nog altijd even opwindend en alarmerend als honderd jaar geleden.

Een voorproefje